Brent Van Moer keek over zijn schouder, zag het peloton de bocht om, schudde zijn hoofd en zette door.
De 23-jarige Belg stond de hele dag niet vooraan in de race, nadat hij in de aanval was gegaan met Pierre-Luc Périchon van Cofidis met nog 137,5 km te gaan in een etappe van 150 km. Na een al te hectische opening waren dat er drie dagenverwoestte de dromen van al te veel ruitershad het peloton hen laten gaan.
Bij het schrijven van de formule die een dag racen zal volgen, zijn er een reeks kleine berekeningen in de kantlijn geschreven. De dreiging van de renners in de ontsnapping. Team- en rennerambities voor vandaag. Of de zet stand houdt.
van Lotto SoudalRonde van Frankrijkplannen gingen uit het raam in fase 3 toen de compacte, opgerolde vorm van een sterrensprinterCaleb Ewan kwam met een klap op het asfalt terecht, waarbij zijn sleutelbeen werd verbrijzeld. De ploeg had niemand meer voor de sprints, en ook niet voor de bergen.
Wat bleef er anders over dan aanvallen?
Dus dat deed Brent Van Moer: met Périchon bochten maken over de onstuimige wegen van Bretagne totdat Périchon niet meer verder kon. En toch, op 19 km van de finish, zette Van Moer door.
Sommige rijders hebben betere pokerfaces dan andere. Bij Van Moer kon je niet veel van zijn gezicht aflezen, maar wel zijn hele lichaam, wiegend en rollend en elke laatste watt uit zijn vermoeide benen knijpend.
Een minuut achter hem schoven zijn teamgenoten naar voren in het peloton om te proberen de achtervolging te verstoren. Maar Tosh Van der Sande en Jasper De Buyst waren twee Belgen die tevergeefs probeerden een oceaan tegen te houden, en toen Deceuninck-QuickStep om hen heen zwermde, begon de kloof kleiner te worden.
Op nog 8 km te gaan kreeg Van Moer een minuut. Op 1,5 km stonden de Wolfpack voor de deur. En toch zette Van Moer door.
In etappe 1 van het Critérium du Dauphiné, bijna een maand geleden, behaalde Van Moer zijn doorbraak in vergelijkbare omstandigheden. Dacht hij daaraan toen de linie sloot en het peloton sneller sloot? Was er überhaupt ruimte voor nadenken, of was hij een automaat die alleen maar kon trappen en een opkomend tij van melkzuur naar beneden kon duwen?
Op 150 meter van de streep – een afstand die kan worden gemeten in enkele seconden en een eeuwigheid, afhankelijk van of je Brent Van Moer bent of niet – werd hij uiteindelijk gepakt, voorbij geveegd door Jasper Philipsen (Alpecin-Fenix) en vervolgens Mark Cavendish (Deceuninck-QuickStep), daarna 46 andere renners.
De sportcolumns in de kranten van vandaag zullen er terecht over pratenDe overwinning van Cavendish – een glorieuze combinatie van rauwe kracht en rauwe emotiegeschreven over een tijdsbestek van veertien jaar. Op de negenenveertigste plaats op het podium stond een jonge Belg – pas tien jaar oud toen Cavendish voor het eerst won in de Tour – die pijnlijk dicht bij zijn eigen sprookjesachtige resultaat was gekomen en net tekort kwam.
“Ik ben echt teleurgesteld, maar ook een beetje trots”, blikte Van Moer terug na de finish, waarbij hij uitlegde hoe de crash van Ewan een tactiekverandering had afgedwongen, hem in de ontsnapping had geplaatst en hem veroordeelde tot een dag op de smalle grens tussen pijn en extase. “Ik ga vol gas tot aan de finish… maar de race was gewoon 100 meter te lang voor mij”, voegde hij er vermoeid aan toe, voordat hij het podium beklom om de prijs voor de meest strijdlustige rijder van de dag in ontvangst te nemen.
Maar daarvoor was er, toen hij tot stilstand kwam, minder ruimte voor reflectie. Uitgeput liet Van Moer zich uit het zadel zakken, drapeerde zich over zijn bovenbuis en stuur en liet zijn hoofd in zijn handen zakken. Zijn teamgenoten stonden al snel aan zijn zijde – waaronder Thomas De Gendt, dieweet genoeg over de formule van de ontsnapping, het zijn kleine berekeningen in de marge, om te begrijpen dat het waarschijnlijk altijd zo zou eindigen.
Soms duurt de race net iets te lang.
Posttijd: 07-07-2021